Plaats , tegenstelling, eigenschap, de of het

• t - basiswoord - bewegen - ik loop, ik val, ik lig - beeldvorming, opdrachtkaart - 6p.
• t - basiswoord - eigenschap of tegenstelling - r - meten groot-klein dun-dik kort-lang vol-leeg koud-warm - 32p.
• t - basiswoord - lidwoord - basisblad - gebruik je de of het? - 6p.

• r & t - ruimte & woordsoort - achter - voor - naast (-tussen) - boerderijdieren - 11p.
• r & t - ruimte & woordsoort - voor-midden-achter - 8p.
• t - basiswoord - eigenschap of tegenstelling - aan-uit open-dicht stuk-heel droog-nat schoon-vies - beeldvorming - 17p.
• t - woordsoort - p.vnw - hij en zij - beeldvorming, zonder schrijven - 17p.

• r & t - ruimte & woordsoort - beer | konijn | pop | vogel - in op uit - de doos - beeldvorming, lezen - 12p.
• r & t - ruimte & woordsoort - in uit op met naar van door voor met mkm-woorden - 7 kieskaarten
• r & t - ruimte & woordsoort - in uit op met mkm-woorden - beeldvorming, van pijl tot punt, knip&plak, lezen - 30p.
• r & t - ruimte & woordsoort - servies - voer de opdracht uit - 3p.

• t - voorzetsel - zin met mkm-woorden - met naar voor door van - beeldvorming, stroken, lezen - 19p
• t - woorden in thema - mkm-tegenstelling - vol leeg dik dun hoog laag aan uit - 19p.
• t - woordsoort basis - tegen - 5p.

• r & t - ruimte - plaats - midden naast tussen - 14p.
• t - woordsoort - tegenstelling - cluster - beeldvorming, lezen - 11p.