Op je eigen wijze richt zich op de circa 20% van de kinderen bij wie het leren niet vanzelf gaat. We denken hierbij aan kinderen met concentratieproblemen, kinderen met autisme, kinderen die Nederlands als tweede taal leren en verstandelijk gehandicapte kinderen.
Onze klanten zijn het regulier en speciaal basisonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs, logopedisten, praktijken en ouders.
De materialen zijn geschikt voor individuele begeleiding en voor zelfstandige verwerking.
Voor welke leerjaren?
Onze leerstof is niet ingedeeld in leerjaren. Niet alleen omdat de kinderen op verschillend niveau werken, maar ook verschillende vaardigheden laten zien op het gebied van lezen, rekenen en motoriek.
Om toch een indicatie te geven: de site bevat leerstof voor taal, schrijven en rekenen die in de groepen 1 t/m groep 4 à 5 van het reguliere onderwijs aan bod komt.
Leerlingen uit de bovenbouw maken gebruik van de materialen voor wereldoriëntatie. Dit zijn makkelijker teksten, maar wel aansluitend op een thema.
In de praktijk werken kinderen die lastig leren op de hele basisschool met de materialen. Er werken ook leerlingen op het VSO en jongvolwassenen met het aanbod.
Methode?
Bij ons geen werkboekje waarbij pagina 2 alweer moeilijker is dan pagina 1. Gaat het te snel? Kan je leerling niet schrijven? Dan bieden onze werkbladen de kans om een stapje terug te gaan, veel te oefenen op hetzelfde niveau en vind je veel bladen waar je leerling kan knippen, plakken of met een eenvoudige lijn laat zien wat het kan.
Je kunt de spelvormen en werkbladen als methode gebruiken of je kunt het lesmateriaal naast een methode gebruiken. Maak dan zelf een werkboekje met werkbladen die passend zijn.
We proberen zo veel en zo goed mogelijk de leerlijnen voor het speciaal onderwijs en het regulier onderwijs in te vullen. Begeleiders die een volgende stap in een leerlijn zoeken, vinden al vaak aansluitend materiaal. Al vinden we zelf dat er nog heel wat materiaal bij te maken is.
De site is voor ons nooit af. Iedere week breidt de site uit. We luisteren naar de gebruikers en proberen mee te denken om zo tot werkbladen te komen die aansluiten bij het onderwerp van het moment.
Eén onderwerp, één thema
Nieuwe woorden leer je makkelijker als je die kunt koppelen aan al bekende woorden. Het woord frame is pas zinvol binnen het thema fiets en dat woord heb je al vaker gehoord. Om niet snel in je denken te hoeven switchen bieden we oefeningen rondom een thema aan. Dat thema kan de klank eu zijn, boerderijdieren of de splits van 5.
Volgorde van de werkbladen
We bieden geen volgorde aan in de werkbladen. Hoewel er wel een logische opbouw te vinden is, zijn kaarten en werkbladen vooral op vindbaarheid gesorteerd. We gaan ervan uit dat de begeleider weet waar het kind aan toe is en daar een passend werkblad bij zoekt. Sla gerust bladen over en herhaal waar nodig. Bied een blad aan passend bij het doel wat je hebt: zelfstandig een blad maken, intrainen, nieuwe stof aanbieden, ontspanning, zelfvertrouwen, een actueel onderwerp.
Alles in kleine porties
De stappen in de werkbladen zijn klein. Een kind kan zo veel op een niveau oefenen en rustig doorgroeien naar een volgende stap. Ook zijn er verschillende vormen van werkbladen. Dit omdat het belangrijk is bekende stof ook op een andere manier in te zetten. Dan begrijp je het pas echt.
Rust in de werkbladen
De vormgeving is erop gericht alles wat overbodig is weg te halen. Concentreer je op wat belangrijk is. Alles wat op het blad staat, moet zinvolle informatie zijn en antwoord geven op: wat moet ik doen, waar moet ik beginnen, wat hoort bij elkaar? Symbolen, teksten en lijnen op een blad hebben die functie.
We zien het als een uitdaging om zoveel mogelijk tekst en uitleg weg te laten. Laat het visuele vertellen.
Een waardevolle reactie kregen we van Miriam Kerklaan, Kinder- en Jeugdpsycholoog: “Voordat ik jullie site ontdekte, maakte ik veel werkbladen zelf. Dat was ontzettend veel werk en ik was daarom erg blij met jullie site. De werkbladen sluiten goed aan bij de kinderen met autisme waar ik mee werk. Ze zijn heel duidelijk en prikkelarm. Vaak spreken ze ook voor zich en is er weinig instructie bij nodig. Dat is vooral handig voor de kinderen die moeite hebben met verbale instructies door een laag taalbegrip. Ik doe ook ideeën bij jullie op en pas de werkbladen dan aan voor de kinderen waar ik mee werk. De werkbladen mijn/jouw heb ik bijvoorbeeld nagemaakt met foto’s van spullen van mij en spullen van het kind”.
Rust is ook bij het onderwerp blijven: alleen plussommen, alleen bezig zijn met ‘dik en dun’. Switchen is gewoon soms lastig. Het is een volgende uitdaging wanneer de leerstof bekend is. Niet èn de variatie èn de moeilijkheidsgraad.
Beeldmateriaal
We combineren taal en beeld. In ons materiaal zijn veel foto’s en een aantal illustraties te vinden. We vinden het gebruik van foto’s belangrijk, omdat dit dicht bij het werkelijke beeld staat. Een illustratie vraagt om interpretatie en dat is alweer lastiger dan het ‘lezen’ van een foto. Het is weer een stap verder. We streven er ook naar om verschillende foto’s te gebruiken: om je het begrip hond eigen te maken moet je hond in verschillende contexten tegenkomen. Een poes is geen hond. Een hond heeft steeds vier poten en een vacht. Hij is niet altijd bruin en er zijn er meer dan het blaffende dier van de buren.
Soms vraagt een oefening wel om het oproepen van een bepaald woord bij een foto en dat blijkt in de praktijk interpretatiegevoelig. In dat geval herhalen we een ingeoefend beeld. Denk aan lastig te verbeelden woorden als vlam, snuit, vreemd, hoog of hallo.
Weet wat je wilt als begeleider
Je staat als begeleider wat ons betreft boven de methode die je gebruikt. Je hebt een doel en zet daar middelen voor in. Het doel kan zijn het uitspreken van de st- aan het begin van een woord. Maar je kunt ook de sl-, st- en de sp- mixen. Of oefenen met het schrijven van deze woorden om het lezen te bevorderen.
In de klas en één-op-één
De bladen zijn klassikaal en individueel te gebruiken. Werkt de leerling individueel met zijn eigen programma in de klas, dan hebben we goede ervaringen met het maken van een map met twee tabbladen. Achter het eerste tabblad zitten bladen die het kind zelfstandig kan maken. Achter het tweede tabblad zit nieuwe leerstof waarvoor begeleiding nodig is. Dit is niet alleen handig voor de leerling, maar ook voor de leerkracht die op deze manier ook op de hoogte is.
Een andere manier om de site te gebruiken is het maken van een boekje. De begeleidster zoekt een aantal werkbladen die het kind zelfstandig kan verwerken en bundelt dit tot boekje. De leerkracht legt dit bij de schriften van de andere kinderen en op deze manier wordt automatisch het juiste werk op het juiste moment uitgedeeld. Ook voelt het kind zich betrokken bij het groepsgebeuren.
Opdrachtkaarten zijn ook prima te gebruiken voor coöperatieve werkvormen in de hele klas. Denk bijvoorbeeld aan een rekenopdracht met getallen. De kinderen lopen rond en de leerkracht houdt het getal 4 omhoog. De kinderen vormen groepjes van 4. Maar denk ook aan taalopdrachten. Neem beeldvorming kleuren en laat een kind met het plaatje blauw al lopend een ander kind zoeken met het woord blauw.
Hoe gebruik je de site?
Het voordeel van een heel jaar gebruik maken van de pdf’s is dat je snel op je computer kunt vinden wat je nodig hebt. Zie het als een kast waaruit je materiaal kunt halen. Dat draai je dan uit. Anders heb je veel mappen nodig om alles op te bergen.
Werkbladen en site zijn niet statisch
We werken zelf met kinderen. De werkbladen proberen we uit en we kijken wat er gebeurt. Kinderen geven verrassende inzichten. We passen de bladen dan aan: een extra pagina, een andere foto of tekst. Ook als je bladen gedownload hebt, kan een werkblad veranderd zijn, kunnen bestanden verdwijnen en op een andere manier verschijnen. Onze insteek is dat de materialen te vinden moeten zijn.
www.opjeeigenwijze.nl is een groeisite. We ontwikkelen bladen vanuit de praktijk. We begeleiden zelf verschillende leerlingen in de leeftijd van 3 tot 25 jaar die allemaal hun eigen spelletjes, individuele werkvormen en werkbladen nodig hebben. De één houdt van knippen, de ander van schrijven.