- Plus- en minsommen tot 5 en tot 10
- Splits tot 5 en 10 en sommen vanuit de splits
- Verhaalsom
Plussommen minsommen en splitsen
Wissel bepaalde sommen af. +1 tot 10 doe je misschien eerder dan alle plussommen tot 6.
- r - plus tot 5 +1 (en +0) - 27p.
- r - plus tot 5 - door elkaar 32p.
- r - min tot 5 -1 -2 (en -0) 14p.
- r - min tot 5 - door elkaar - 20p.
- r - plus tot 6 - 12p.
Plussommen tot 5 en 6 geoefend? Toe aan een volgende stap.
Er zijn volop werkbladen waar je nog niet hoeft te kunnen schrijven: trek een lijn naar het antwoord, zet een rondje.
De somkaarten kun je gebruiken bij spelletjes.
De ervaring leert dat werken met de hele euro’s tot 10 een grote stap in de plussommen kan zetten. En… komen de sommen niet op gang? Hoe zit het met tijdbegrip, ordenen, ruimte? Onze eigen definitie van rekenen is niet sommen maken, maar ‘structuur aanbrengen’.
Oefen eerst plussommen apart en minsommen apart. Plus en min door elkaar is heel wat lastiger. Begin pas aan plus en min door elkaar als een somtype goed gaat. Kijk of er + of – staat.
- r - plus tot 10 +1 (en +0) 26p.
- r - plus tot 10 +2 +3 en +1 +2 +3 - 63p.
- r - plus tot 10 +5 - 25p.
- r - splits tot 5 - kaarten en sommen 42p.
- r - splits tot 5 - variatie door elkaar - 20p.
Werkbladen splits variatie: De splits staat in verschillende vormen. Het gaat hier namelijk ook om de denkvraag ‘wat moet ik doen?’. Gebruik deze werkbladen alleen als de splits al een aantal keer aan bod is geweest, als verwerking en herhaling.
Als splitssommen een tijdje niet aan bod zijn geweest, is onze ervaring dat leerlingen gaan optellen. Besteed dus weer even aandacht aan dit soort sommen als de leerling de sommen zelfstandig gaat maken. Het zou jammer zijn als de leerling alles fout maakt terwijl hij even op gang geholpen moet worden.
Van een splits kun je een plussom maken, een minsom en een stipsom.
- r - min tot 10 -1 -2 - 29p.
- r - min tot 10 -3 (-1 -2 -3) en -5 - 13p.
- r - plus min tot 10 met 1 2 3 - 27p.
- r - plus tot 10 - dubbelsom 11p.
- r - sommen tot 5 vanuit de splits - 34p.
- r - splits 6 tot 10 - per splits apart - kaarten en sommen 32p.
- r - plus tot 10 - keer de som 19p.
- r - splits tot 10 - variatie door elkaar 11p.
- r - splits van 10 / samen 10 - 8p.
Verhaalsommen zijn lastig. Er komt veel begrijpend lezen bij kijken. Kijk of je leerling eraan toe is en laat de verhaalsommen anders een tijdje liggen.
Wat is het probleem? Teken het. Welke som hoort er bij? Wat is het antwoord?
10 kinderen met downsyndroom, kinderen met autisme ASS Autisme Spectrum Stoornis