In de ruimte – vormen – kleuren – je plaats in de ruimte

• r - basisvorm - cirkel-vierkant-driehoek-rechthoek - 18p.
• t - basiswoord - je lichaam: mond neus ogen rug buik - zintuigen: met je neus kun je ruiken - 10p.
• t - basiswoord - bewegen - ik loop, ik val, ik lig - beeldvorming, opdrachtkaart - 6p.
• t - basiswoord - kleur - rood geel blauw groen- 49p.

• r & t - ruimte & woordsoort - achter - voor - naast (-tussen) - boerderijdieren - 11p.
• r & t - ruimte & woordsoort - voor-midden-achter - 8p.
• r - basis - raster - grondplaat - 9p.
• r - bouwen - hoogtekaart - 29p.
• r - ruimte - van boven - zandbakspullen - 4p.
• t - basiswoord - kleur - paars oranje bruin roze - 49p.
• t - basiswoord - kleur - zwart wit - 25p.