We horen regelmatig dat de zaakvakken op school een punt van aandacht zijn.
Om de kinderen bij de groep te laten horen en met hetzelfde onderwerp bezig te laten zijn, maak je gebruik van materialen op thema. Ons doel is te laten zien, dat je vaak met eenvoudige middelen of een eenvoudiger werkblad de kinderen mee kunt laten doen.
De zaakvakken verwerken is voor veel kinderen lastig. Het is dan ook altijd even zoeken hoe je je leerling bij het onderwerp kunt betrekken. We denken hieronder met je mee, maar zeker bij de zaakvakken blijkt jouw klas, jouw leerling, jouw situatie elke keer om een andere ‘oplossing’ te vragen.
Zoeken op wereldwijs of op thema
De zaakvakken van Opjeeigenwijze staan onder wereldwijs. Hier is al heel wat te vinden, en wekelijks komt er iets bij.
Daarnaast kun je materiaal vinden onder de knop thema. Een voorbeeld is thema > onze wereld > Nederland.
We werken themagebonden in plaats van methodegebonden. Je leerling kan in de klas aan de gang met het overschrijven van een verhaal.
Ben je bezig met het onderwerp kassen in Nederland? Gebruik dan de kaartjes van beeldvorming groente bij taal woordenschat basiswoord en maak een knip- en plakopdracht. Maak een groente/fruitboekje.
Of je kunt het plaatje of woord bij het woord laten zoeken.
Misschien is het te makkelijk of te moeilijk, maar het geeft wel aan dat er verschillende soorten bladen op de site staan.
Een filmpje zoeken op schooltv
We adviseren vaak het kijken van een filmpje als verwerkingsopdracht. Laat bij het onderwerp over het weer, de lente, piramides een filmpje zoeken op schooltv:
Dit is een kaart die stap voor stap uitlegt wat je doet. Je oefent eerst samen een paar keer het opzoeken van een filmpje op schooltv. Daarna kan de leerling het zelfstandig met zo’n stappenkaart. Zelf zoeken we vaak een filmpje van Huisje- boompje-beestje. Dit filmpje duurt een kwartier.
Het is voor je leerling een leertraject om de site op te starten, een onderwerp te typen, een filmpje te kiezen en te weten wat te doen als hij klaar is met kijken. Je oefent dan ook samen ‘het filmpje kijken’ en doet langzaam een stapje naar achter.
Zaakvak bij de eigen methode
Wat we vaak op school zien is dat je leerling mee kan doen met de instructie. De instructie is het kijken van een filmpje of het lezen van een tekst uit een boek. Mocht er begeleidingstijd zijn, dan kun je alvast van te voren de (methode)tekst samen lezen en enkele woorden aan bod laten komen.
De leerlingen krijgen daarna een verwerkingsopdracht. Voor jouw leerling heb je verschillende mogelijkheden:
- Laat enkele geel gemarkeerde woorden (of zinnen) overschrijven in een eigen schrift. Wil je niet in het boek schrijven, maak dan gebruik van gele briefjes.
- Teken een woord.
- Maak een woordveld of een mindmap. Schrijf daarvoor een woord in het midden van een blad en laat zoveel mogelijk woorden en tekeningen rond dat woord bedenken: t - denkrelatie - verhaal - maak een mindmap - 5p..
- Je kunt enkele woorden opgeven die jouw leerling moet zoeken en kleuren in een gekopieerde tekst.
- Gebruik bladen van Opjeeigenwijze die je op de één of andere manier kunt linken aan het onderwerp.
Ook zijn er leerkrachten of ouders die de verwerkingsopdrachten van de methode omzetten naar eenvoudiger opdrachten:
- omzetten naar meerkeuzeantwoord
- overschrijven
- omzetten naar eenvoudiger vragen
- markeer een stukje tekst en de bijbehorende vraag met dezelfde kleur.
Toetsen
Wil je de leerling mee laten doen met toetsen? Meerwaarde kan zijn dat je de leerling lid laat zijn van de groep. Meedoen is belangrijk voor het gevoel.
Hier enkele mogelijkheden:
- Geef van te voren de toets mee naar huis. Dan kunnen deze vragen thuis ingeoefend worden. Bijvoorbeeld bij topografie. Je leert 10 plaatsen in plaats van meer.
- De ouder of begeleider maakt een eigen toets.
- Engels: oefen en toets met een programma op internet. Voer daar enkele woorden uit de lessen in.
- Gebruik pdf’s van de site.